Daily Dutch Dose

The ten verbs I am learning today:

verlaten – to leave, to abandon (ik verlaat ) / ex. Ik zal u nooit verlaten. – I will never leave you.
verliezen – to lose (ik verlies) / ex. Ik heb niets te verliezen. – I have nothing to lose.
worden – to become (ik word) / ex. Hij wil later piloot worden. – He wants to become a pilot later.
geloven – to believe (ik geloof) / ex. Het is moeilijk te geloven. – It is hard to believe.
beloven – to promise, to offer (ik beloof) / ex. Beloofd is beloofd. – A promise is a promise.
beslissen – to decide on (ik beslis) / ex. Ik kan niet beslissen – I can’t make up my mind
ontdekken – discover, find out (ik ontdek) / ex. De mooiste manier om de stad te ontdekken – The best way to discover the city.
bezoeken – to visit (ik bezook) / ex. Ik zal je morgen bezoeken. – I will visit you tomorrow.
ademen – to breathe ( ik adeem) / ex. Alle mensen ademen lucht. – All people breathe air.
kauwen – to chew (ik kauw) / ex. Langer concentreren door kauwgom kauwen – Concentrate longer by chewing chewing gum.